De laatste kilometers in Ecuador volgen wij de Panamericana, slapen we bij de brandweer en trotseren 350 kilometer aan bergetappes tot we de grens met Colombia bereiken. Zeiknat door de tropische regenbuien staan we aan de overgang en krijgen we met een warm welkom de benodigde stempels. En dan ben je in Colombia. Het laatste land van Zuid-Amerika en het besef dat we met dit land een continent gaan afronden. Een nieuw land is altijd spannend en door alle verhalen rondom guerrilla’s, drugsbendes en series als Narcos geeft dit land een soort extra voorzichtige nieuwsgierigheid.
Het eerste wat overweldigd is de bijna magische verandering van de natuur. “Weelderig” is het woord dat steeds bij me opkomt. “Zwierig” past er ook wel bij. Diepgroene heuvels, een uitbundigheid aan planten en bloemen. De muziek die een vrolijkere ondertoon heeft, en de warmte van de Colombianen. Ik ben weer gelijk verliefd. Vanuit Ipiales volgen we de weg richting Pasto en slaan net voor het bereiken van deze stad rechtsaf en gaan tot onze blijdschap van de veel te drukke Panamericana af. We koersen recht op Laguna de la Cocha af een schilderachtig meer omlijst door de diepgroene bergen van Colombia en gevuld met prachtige finca’s die het plaatje meer dan afronden. We slapen in ons tentje op het grasveld van een restaurant met een perfect uitzicht op deze schoonheid. De schilderachtige weg brengt ons de volgende dag na wederom een pittige klim uit in Sibundoy en daar gunnen wij onszelf een dag rust in een hotel. Voor 8 euro slapen wij naar onze mening in een schitterend schone en nieuw ogende kamer. De eigenaresse komt verontschuldigend naar me toe nadat ze uit een plastic zak vol sleutels de juiste voor onze kamer had gezocht. “Ja…uuhh..het is misschien niet helemaal op orde, maar jullie zijn de eerste gasten!” Geeft ze schoorvoetend toe. Terwijl ik haar net wilde vertellen hoe geweldig dat enorm frisse bed was en die kraakheldere douche. Ze doet enorm haar best op gastvrijheid. Tot hilarische momenten aan toe. Wanneer ik haar aangeef dat ik haar soms niet begrijp, vertaalt zij dat waarschijnlijk in dat ik haar niet versta. Dus in plaats van andere woorden te kiezen komt ze met haar mond voor mij oor hangen en schreeuwt precies dezelfde tekst nog een keer in mijn oor waarbij ze na afloop heel hoopvol en begripvol naar me kijkt. Na het afronden van ons gesprekje gaan Pim en ik gelijk naar de bakker en trakteren ze op taart. Ja..de eerste gasten hoor je te vieren toch!
De volgende ochtend word ik wakker met een fikse dosis spanning in mijn buik. We gaan de Trampolin de la Muerte trotseren. Deze weg is 69,7 kilometer lang en is één van de gevaarlijkste wegen in de wereld. De weg die dwars door het Andes gebergte zigzagt is aangelegd in 1930 om de soldaten tijdens de oorlog tussen Colombia en Peru te vervoeren. De weg omvat kliffen, afgronden en meer dan 100 haarspeldbochten. Andere passende namen in de volksmond: Trampolín del Diablo (trampoline van de duivel), Adiós mi vida (vaarwel mijn leven) of Trampolín de la Muerte (trampoline van de dood). Tot nu toe is deze weg jaarlijks verantwoordelijk voor het beëindigen van honderden levens. Ergens na kruisje 72 raak ik dan ook de tel kwijt. Vanwege de voortdurende regen wordt de weg modderig, glad en vinden er landverschuivingen en lawines plaats die alles op haar weg meesleurt de afgrond in. Het is 70 kilometer pure wildernis, door de meest fantastische landschappen en vergezichten, pure verbinding met jezelf en de omgeving. Het een ultieme uitdaging in dit letterlijk adembenemende niemandsland. Om 7 uur ‘s ochtends zitten wij dan ook op onze fietsen om rond 11:00 de eerste klim af te ronden. De afdaling die volgt is minstens net zo zwaar als de klim. Tot groot ongeloof passeren er ons enorme trucks over deze smalle onherbergzame weg. We genieten volop van deze prachtige wildernis en aangezien het letterlijk maar een paar keer per jaar regenvrij is komen wij hier ook niet onderuit. Wat begint met een zachte drup wordt algauw een aanhoudende stortbui. Het bemoeilijkt de volgende klim evenals het maken van foto’s en maakt het de ervaring zoals het hoort. Ter verhoging van de veiligheid zijn er overal vangrails aangelegd, die niet zo vrolijk op de meeste plaatsen weer weggespoeld is en vervangen door een geel afzetlintje! Tegen 16:00 in de middag bereiken we met een enorme krachtinspanning de laatste top en zetten we de 40 kilometer afdaling in richting de bewoonde wereld. We doorkruisen 5 rivieren die dwars over de weg stromen. Zeiknat, moe en met een pijnlijk lijf bereiken we in het donker Macao. Met een biertje proosten we op ons leven in onze welverdiende hostelkamer waarvan het bed wemelt van de luizen. Maar hè een muggenzifter die daar nog over zanikt.
Hoewel we even nadenken over een rustdag nodigt Macao ons daar niet toe uit dus zetten wij de volgende morgen ons reis voort. En gelukkig voor ons mogen we vandaag lekker verder klimmen. Aangezien we 2,2 kilometer zijn afgedaald is de temperatuur drastisch verhoogd. Tegen de 40 graden klimmen wij gestaag door. Het is gewoonweg een dag die niet soepel verloopt. We komen niet lekker in ons ritme dus tegen het einde van de middag zijn we niet op ons gewenste doel maar bevinden wij ons in een klein gehuchtje. Met het naderende donker vragen we naar de directeur van de school die wij gezien hebben. In plaats daarvan geeft Pacho ons een hand en nodigt ons uit bij hem de nacht in zijn biljartzaal door te brengen. Dankbaar maken wij van zijn gastvrijheid gebruik. Om 19:00 is ons lichtje uit gegaan.
Via Pitalito waar wij onze Braziliaanse mede fietser weer tegenkomen en met hem de San Augustin opgravingen bezoeken zetten wij met een gemiddelde van 85 kilometer per dag ons reis door richting de Eje Cafetero oftewel de koffiedriehoek. Het is het belangrijkste koffieproducerende gebied van Colombia en staat op de werelderfgoedlijst. En op mijn persoonlijke lijst is dit de absolute nummer 1 mooiste plek van heel Zuid-Amerika. Er bestaan niet genoeg adjectieven in de wereld om deze schoonheid te omschrijven. Niettemin zal ik het proberen. Stel je voor de meest diepgroene bergen die valleien omlijsten die je in je mooiste voorstelling van de natuur nog niet zo mooi bedacht kon hebben. Stromende rivieren, watervallen, uitbundige bloemen, oeroude bomen, jungle en koffieplantages die oude kleurrijke finca’s omringen. Exotische vogels en authentieke verweerde Colombianen die hun paarden bijeendrijven. Het is een plek waar wij met plezier onze fiets een paar dagen rust geven. We wandelen acht uur door de mysterieuze Cocora vallei door groene heuvelachtige velden, genieten van prachtige vergezichten, vinden onze weg door een smal paadje dwars door de jungle langs een sterk stromende rivier. Waar Pim een geheugenkaartje volschiet voor één goed shot van een kolibrie. En zien de unieke waspalmen die wel meer dan 70 meter de hoogte in groeien.
We gaan op bezoek bij een koffieplantage en eindelijk weten we nu hoe het zit met ons dagelijks kopje koffie. Wat een intensief proces is dat zeg. We planten een koffieplant, plukken de rijpe bonen, worden meegenomen in het proces van scheiden, pellen, drogen, nog eens pellen en het branden van de koffieboon. We krijgen uitleg over de juiste maling per filter en dat je absoluut nooit het water mag laten koken. Om uiteindelijk te genieten van het lekkerste kopje koffie ooit.
Leave a Reply