Ken je dat gevoel? Het plekje onder je borstbeen zwelt op, je adem stokt, je ogen zien het en je kan het niet registreren en ondertussen probeer je die enorme brok in je keel weg te slikken…? Het gevoel overweldigd te zijn door schoonheid die je de adem beneemd…vandaag had ik dat terwijl ik de eerste blik ving van de Petito Moreno.
Wat er aan vooraf ging. Op 3 januari liepen we in alle vroegte over de straten van Puerto Natalis, een schilderachtig klein Chileens dorpje aan een haven omringd door bergen. Opweg naar de bus die ons naar Parque Nacional Torres Del Paine zou brengen. Het dorp nog in diepe slaap en wij bepakt met al Pim zijn cameramateriaal en wat broodjes nog net niet huppelend van plezier. Één dag om op en neer naar de Torres te klimmen. Volgens de boekjes vier tot vijf uur omhoog en drie tot vier uur naar beneden. Een lekker strak schema dus. Zeker aangezien we rond 9:30 in het park aankomen en om 19:00 de laatste bus terug gaat. Overnachten is geen optie, de komende maanden is werkelijk elk plekje volgeboekt op een paar hotelkamers van 200 euro per nacht na. Wildcamperen zeker niet aan te raden aangezien je direct uit het LAND gezet wordt wanneer je betrapt wordt. De bus vertrekt om 7:45 en we hebben geluk dat de koffietent van de chauffeur dicht is, hij geen pauze en wij een half uur eerder daar. We staan drie kwartier in de rij voordat we de entreekaarten hebben. Op z’n zuidamerikaans zitten er maar twee dames voor de 30 toerbussen die rond dezelfde tijd aankomen. Rond 11 uur staan we aan de voet van de berg en rennen we in drie uurtjes tijd de berg omhoog. De natuur is overweldigend. Aangekomen bij de Torres (de drie torens waar het om te doen is) zijn ze gehuld in mist! We zoeken een plekje onder een overhangende rots en wachten tot ze te voorschijn komt en haar drie puntige bergen laat zien. Langzaam laat ze haar silhouetten zien en we zijn er stil van. Pim zet zijn apparatuur klaar en begint en time lapse en dan begint het te sneeuwen..anderhalf uur zitten we in de sneeuw, muisstil onder een rots te wachten, te hopen en simpelweg kou te lijden. Ik moest gelijk denken aan onze reis in Afrika toen de gids in het reservaat vertelde: ” je krijgt de eerste keer nooit gelijk de big 5 te zien, dan heb je altijd iets om voor terug te komen”. De derde piek blijft voor ons een licht mysterie..we hebben haar flank mogen bewonderen dus misschien ooit….We wachten tot het niet meer kan en met een flinke pas zetten we de afdaling in en zijn tien minuten voor tijd bij de laatste bus.
De volgende ochtend gaan we op pad richting El Calefate. Een tocht van 270 km met ontzettend zure benen van de klim van de vorige dag. Patagonie is ons gunstig gezind en we vertrekken met wind in de rug! En jongens wat is dat een verschil…berg op met 20 km per uur en berg af in de remmen bij 50 km per uur. De weg kronkelt en draait dus de wind in de rug wisselt zich af met frontale gevechten. Heerlijk in Chili zijn haar bushokjes. Onderweg kom je er verschillende tegen, van efteling stijl tot vierkantje hokjes metbankjes waar je heerlijk beschut tegen de wind een broodje kan eten.
We maken er veelvuldig dankbaar gebruik van. Na zo’n 70 kilometer passeren we de grens met Argentinië. De laatste kilometers ernaartoe ben ik al aan het denken over ons verse etenswaar. “Durf ik het om het niet aan te geven in de hoop dat ze mijn tassen niet doorzoeken? Moet ik het aangeven want wat als ze mijn tassen doorzoeken? Maar als ik het aangeef hebben we de komende dagen weer alleen droge pasta..Wat zou er gebeuren als ik het niet aangeef en ze het wel vinden?” Om uiteindelijk te besluiten dat ik wel zie hoe het gaat. En mazzel dat we hebben, precies na ons stopt een grote touringcar en er is maar één beambte. Hij stempelt onze paspoorten en op mijn vraag of we nog langs immigratie moeten zegt hij nee Vamos!! Tja…ik heb het nog netjes gevraagd! Een paar kilometer later vinden we een prachtig beschut plekje en worden terwijl we koken gade geslagen door prachtige wilde paarden.
Het woord genieten heeft ons goed gedaan. Geen wekker en vooral naar ons lichaam luisterend hebben we een te relaxte ochtend. Heb zelfs nog even in het tentje liggen lezen terwijl Pim de koffie aan het maken was. We komen vandaag voor een interessant dilemma te staan. Als je moet kiezen tussen een geasfalteerde weg van 170 km naar El Ceritto of een gravelweg waarvan elke fietser onderweg je zegt deze NIET te nemen omdat het niet te doen is…Wat doe je dan? 1: een geasfalteerde weg, 80 km om naar dezelfde bestemming waarvan 80 wind in de rug en 70 wind tegen of 2; een sluiproute, 70 km korter, over zo’n slechte gravelweg dat 9 fietsers al gezegd hebben die vooral niet te nemen naar dezelfde bestemming…? Je raad het al..gravel..is ie gek op! We nemen de gravelweg die ons 80 km zal besparen en niet te doen is volgens fietsers..nou dat maken wij zelf wel uit. Onze argumenten, het is 80 kilometer korter, de sluiproute is met wind in de rug en 70 kilometer wind tegen op een geasfalteerde weg is ook geen pretje. De eerste vijftien kilometers gaan prima en we zien een prachtige wal om onze tent beschut uit de wind te zetten. Helaas blijkt het een open graf voor de schapen te zijn en kokhalzend gaan we een stukje verder. We zien het enige bultje in het landschap en zetten onze tent redelijk uit de wind op. Na een prima pastamaaltijd kruipen we vroeg onder de wol maar dan…Een storm zoals we nog nooit ervaren hebben, met een onmetelijke kracht wordt onze tent om de 10 seconden links en rechts tegen onze neus gedrukt. Ogen wijd open en blijven ademhalen. Af en toe een enorme rukwind die onze tent wil optillen. “Pim, we hebben de beste stormtent toch? Dit kan hij hè?” en Pim: ” Ja lieverd, hier is ie voor gemaakt”.. In onze gedachten gaan alle opties voorbij. 15 kilometer terug met deze storm tegenwind is geen optie, nog 55 kilometer vooruit over deze weg is geen optie. Geen beschutting behalve onze tent. Blijft over…blijven liggen en hopen dat het goed gaat. ‘s ochtends om 8:30 gaat de wind meer liggen en vallen wij eindelijk in slaap. Om 10:00 staan we op met hele kleine oogjes, ontbijten en gaan op pad. Pim: ” Ik maakte me er toch ook wel druk over, de enige optie wannneer de tent het niet zou houden was alle tassen aan elkaar binden en daar blijven zitten tot het overging”..haha zegt ie dan pas!
De gravelweg is echt een uitdaging. Grote keien liggen vast in de grond en geen manier om ze te ontwijken. Berg op hele losse gravel die je bij elke trap van je pedaal laat slippen. En toch..ik geniet! In onze eerste gravelervaringen ging mijn fiets nogal met mij aan de haal. Als een losgeslagen paard waar ik met geluk in het zadel bleef. Nu heb ik mijn fiets onder controle. En..wind in de rug! Dat is zo’n cadeau dat het niet moeilijk is om te genieten. Na 35 kilometer stoppen we en bouwen we van onze fietsen een barricade tegen de wind. Ik maak wat tonijn met crackers en Pim is zichtbaar vermoeid van de nacht. De passerende auto’s stoppen om foto’s te maken. Zijn we intussen wel gewend. De Argentijnen toeteren en zwaaien er wat op los wanneer ze ons in het oog krijgen! Na een half uurtje zetten we het laatste stukje in en komen in El Cerrito aan. Bij het enige gebouw mogen we onder de carpoort onze tent op zetten en komt hij ons water brengen. Na een pastamaaltijd vallen we vroeg in slaap.
El Calefate is nog 95 kilometer..en sochtends bespreken we dat dit met wind tegen misschien iets te hoog gegrepen is. We gaan op pad. De eerste 30 met een heerlijk windje in de rug en enorm bergop. We stijgen langzaam maar zeker tot 900 meter en weten dat er een mooie afdaling komt. En dan…de weg draait..de afdaling begint en met volle wind tegen moeten we in een lage versnelling flink ons best doen om naar beneden te komen! De wind blijft in kracht toenemen en wij blijven trappen. Zonder overleg gaan onze gedachten allebei uit naar een warm bad en patatjes in El Calefate. De dag is nog lang, de zon gaat pas om 22:00 onder. Nog 45 kilometer te gaan. ” Genieten El” zeg ik tegen mezelf..dit is één van de laatste ritten in deze onmetelijke natuurkracht. De eerste 25 kilometer gaat dat ook best goed. Ik geniet van de natuur, de struisvogels, een vosje wat ons begluurt. Ik geniet dat mijn benen blijven trappen en dat ze het goed doen. Kilometer 70..”kut” dit is niet meer genieten…Kilometer 75..”kutterdekut” mijn benen verzuren. Kilometer 80 we stoppen en eten een heel pak koekjes op. Onderweg komen we een stelletje tegen die staan te liften. ” Nee hoor” zegt ze. ” met deze wind tegen fiets ik niet”. Wij stappen weer op en kilometer 88 is mijn breekpunt. Fysiek en mentaal ben ik compleet leeg. Het is al 20:45 en nog een uur te gaan. “Kom lieverd, dan lopen we een stukje deze berg op”. Bovenop de berg stappen we weer op en haal ik het werkelijk uit mijn teennagels naar El Calefate. We vinden een Hosteria, eten een biefstuk voor 13 euro en gaan in bad. Een heet bad, en terwijl we hier zo samen zitten kan ik echt onder de indruk zijn van mijn lichaam. Grensverleggend. Ik krijg een berichtje op facebook van een dierbare vriendin. “Strenght grows in the moments when you think you can’t go on, but you keep going anyway”. En morgen…morgen mag ik met Pim naar Petito Moreno. Genieten!
Bekijk de foto’s in ons fotoalbum.
Leave a Reply