Voor me liggen de kaarten van de Adventure Cycling Association. Een mountainbike trail door de Verenigde Staten naar Banff in Canada. De beschrijving op de kaart spreekt me meteen aan. Many wild, remote stretches, lofty elevations, wild animals, inclement weather. De eerste regels van de beschrijving op de kaarten liegen er niet om. Een route waarbij je als fietser volledig zelfvoorzienend moet zijn voor soms hele lange stukken.
In Colorado laat ik het zandlandschap achter mij. Ik fiets richting de Great Basin in Wyoming en zal er de mountainbike route van de Great Divide oppakken. Een route die me bijna volledig onverhard tot in Banff Canada zal brengen. Voor mij ligt een gigantisch graslandschap. Nog steeds kurkdroog. De kaart geeft de nadrukkelijke waarschuwing dat er geen watervoorzieningen zijn. In Warmsutter vul ik mijn waterzakken en flessen en fiets met een ondergaande zon de prairie in. Het doet me denken aan de omgeving uit een western film. Zo ver ik kan kijken een glooiend landschap met alleen maar droog gras. Een droog zandpad met wit zand slingert door het landschap heen. Ik word in de gaten gehouden door groepjes antilopen in de verte. Vlak voordat het donker is zet ik mijn tent op. Ik probeer in 3 dagen met het water wat ik heb in Atlantic City aan de andere kant van the Great Basin aan te komen. Met een hoogte van 2000 meter, geen restlicht en een heldere nacht zonder maan, de ideale omgeving om nog eens naar de melkweg te zoeken vannacht. Zodra de zon onder gaat staan de eerste sterren aan een nog licht blauwe hemel. Nog een paar uurtjes wachten voordat het helemaal donker is. Ik kruip mijn slaapzak in en dood de tijd met het lezen van het boek, ‘ a Call of the wild’ wat ik eerder van Phyllis in Arizona heb gehad. Verplichte lectuur op weg naar het Noorden. Buiten is het koud geworden en gras ritselt in de wind. Wanneer ik een paar uurtjes later mijn tent openrits, komt de Melkweg me al tegemoet. Kippenvel.
Op de 2e dag doemen in de verte de eerste hoge bergen op met sneeuw bedekte toppen. Ik ben nog 60 km van Altantic City en het is half 5. Door het losse zand kom ik maar moeizaam vooruit. Helaas fiets ik inmiddels met mijn laatste 2 liter water. Alle mogelijke waterbronnen in de vorm van beekjes zijn volledig uitgedroogd. Dat wordt doorfietsen vandaag of weer zonder tanden poetsen naar bed om water te besparen. Ik ga toch nog maar gewoon een paar uurtjes door. Het is nog licht tot 9 uur ‘s avonds. Voor me doemt in de verte een stofwolk op en 4 motoren komen langzaam dichterbij. Ik heb geen mens gezien de afgelopen 2 dagen. Het is een groep van 4 vrienden die de Great Divide trail op crossmotoren proberen af te leggen. Op mijn vraag naar water wordt meteen 4 liter overgegoten in mijn waterzak. Mooi, daar heb ik in ieder geval geen zorgen meer om. Hun grootste zorg was om aan nieuwe brandstof te komen. Ieder zo zijn eigen zorgen. We praten wat en vervolgen onze eigen weg. Met het water ben ik verzekerd van frisse tanden vanavond. Ik besluit mijn tent op te zetten en morgen de resterende kilometers verder te fietsen. De volgende dag fiets ik Atlantic City binnen en met een populatie van 37 mensen is dit een van de oudste steden van Wyoming. Samen met South pass City heerste hier in 1866 de goudkoorts. Nu is alles grotendeels verlaten en in een ghost town veranderd. Het is beschermd, maar ik verbaas me erover dat, ondanks dat alles van hout gemaakt is, het nog steeds overeind staat. Ik mag mijn tent in iemand zijn tuin zetten en er de was doen. Dit is Wyoming cowboy land. De eigenaar laat me ‘s middags trots zijn wapenvoorraad zien. Ik geloof dat het er minstens 150 waren. Van heel klassiek tot heel moderne wapens. Iedereen hier draagt ook een revolver in een holster aan zijn riem. Een dag later in het plaatsje Boulder stap ik een bar in langs een tankstation. Wat me verbaast is dat men hier hun revolver naast hun flesje bier op de bar legt en zo met elkaar een biertje drinkt.
Ik fiets door de Bridger wildernis richting Grand Teton National park. Aan de bar was me al op het hart gedrukt dat ik in bear country ben aangekomen. Opletten dus. Ik kook op een andere plaats als waar ik mijn tent op zet en zelfs voor het poetsen van mijn tanden loop ik een paar honderd meter van mijn tent vandaan. Alles waar enigszins een luchtje aan zit moet uit mijn tent. Het laatste wat ik wil is een beer die aanklopt aan mijn tent ‘s nachts. Alles verzamel ik in een tas en die gaat via een touw de boom in. Het is nog wat onwennig en het kost me nog wat extra tijd voordat ik mijn slaapzak in kan. Maar als het ‘ s avonds donker is en ik mijn hoofdlampje naast me neer leg, zeg ik tegen mezelf; je hebt er alles aan gedaan wat je kon. Het blijft een raar idee, beren om je heen ‘ s nachts, alleen in een tent in het bos. En inderdaad een dag later spot ik 3 grizzly’s op nog geen 100 meter afstand van de weg waar ik over fiets. Ik stop en betrap mezelf erop dat ik voor de foto dichterbij probeer te komen. Laat die foto maar zitten. Er komen nog meer beren op de weg richting Alaska. Net buiten het plaatsje Jackson zit ik een boterham te eten bij een tankstation. Een langslopende vrouw kijkt naar mij en mijn fiets en vraagt, waar ga je naar toe? Waarop een andere man vraagt; nee, waar kom je vandaan? Ik leg uit dat ik al een tijdje onderweg ben en ze lopen door naar hun auto. Ze komen terug. Wat zijn je plannen voor vandaag? Fietsen is mijn antwoord. Vandaag niet! Antwoorden ze resoluut. We gaan raften op de rivier hier en nemen je mee. Gooi je fiets maar achter in de pick up. We kidnappen je voor een dagje! Het is slechts een voorbeeld van de zoveel mooie en bijzondere ontmoetingen. Ik drink nu zelfs mijn koffie uit een titanium mok met een heel bijzonder emotioneel verhaal. Ik geniet volop van alle ontmoetingen, uitnodigingen en verhalen van mensen die ik onderweg ontmoet. Het landschap verandert net als de mensen die ik ontmoet nu ook dagelijks. De bergen worden hoger. Er ligt eeuwige sneeuw en het landschap vult zich met sparren en meren. Montana is vooral uitgestrekt met erg kleine dorpjes. In tegenstelling tot de nationale parken Grand Teton en Yellowstone, waar de auto’s onafgebroken langs me afrijden. Het doet wel een beetje afbreuk aan het immens mooie landschap. Helaas zit de lucht al een paar weken dicht van de rook uit Californië. Op verschillende plekken ook in Montana, branden zogenoemde Wildfire’s. Blijkbaar de oorzaak van een kever die grote aantallen bomen dood vreet. Met een blikseminslag gaan dan gigantische oppervlakten bos in rook op. Opletten geblazen. In ieder gehucht is een nieuws bulletin aangeplakt met de actuele branden. Los van de rook die mijn foto’s een beetje verpest, heb ik er gelukkig niet veel last van op de fiets. Het weer is langzaam ook aan het veranderen. De hitte heb ik al lang achter me gelaten. Ik verlang zelfs weer naar mijn thermo ondergoed ‘ s avonds en ‘ s ochtends. De wind is guur en fors en zodra het regent dan voelt alles meteen ijskoud aan. De zomer loopt al op zijn eind hier in het Noorden en ik heb nog een heel eind te gaan tot Alaska. Dat het koud gaat worden komende maanden, daar ben ik niet bang voor. Maar het licht wat dadelijk verder noordwaarts uitgaat, baart me meer zorgen. Ik ben heel benieuwd hoe dat is. Een uur daglicht per dag. Mijn achtervelg is op het loopvlak van mijn remblokken doorgescheurd. De werking van zand en het remmen heeft de hele wand van de velg opgevreten. Net als mijn tandwielen van mijn riemaandrijving. Die hebben zijn beste tijd wel gehad. Het is dus tijd om na bijna 2 jaar wat onderhoud aan mijn fiets te gaan doen. De grens met Canada laat helaas even op zich wachten. Hopelijk zit ik snel weer op het zadel.
Leave a Reply