2 = 6 en 5 =14. Snap jij het nog? Nou, wij ook niet. Chilenen en de weg vragen. Heel interessant. Nog ongeveer twee kilometer zijn er altijd meer dan zes en wanneer ze hoger dan twee roepen dan weet je dat je nog lang op de fiets zit. Zelfs de borden zijn hilarisch. In het centrum staat Chile Chico op 106 kilometer en wanneer je al 20 kilometer onderweg bent staat het volgende bord klaar met 134 kilometer. Het telt hier op in plaats van af. (Er is maar één weg, dus nee we rijden niet om). Vragen naar de wegcondities is het volgende. Een vlakke weg vertaal je als bergen. En wanneer ze bergen roepen word je bang, je weet dat er veel steile joekels volgen. Zo leren we dag bij dag de taal spreken van de Chilenen!
We zijn op de Carretera Austral. En ik moet mezelf de hele tijd zeggen: ” ik ben hier echt, ik ben hier echt”. Zo vaak gaat er door mij heen om al onze volgers aan te sporen dit in hun leven te gaan doen. Dus bij deze: GA naar Chili om de Carretera te doen. Het hoeft niet op de fiets. Het kan lopend, liftend, met de motor, camper of auto. Maar neem wel een four wheel drive mee. Van alle plekken op de wereld is dit met stip mijn nummer 1. Achter elke bocht schuilt een nieuw landschap. Van Toscane, naar Zwitserland naar Mexico. De meest adembenemende vergezichten. Diepblauwe meren omringd door prachtige heuvels met alle kleuren bloemen en planten. Omlijst door bergmassieven compleet met sneeuw en gletsjers. Meer watervallen dan flitspalen in Nederland. En een eenzame gravelweg erdoorheen. Het is soms zo onwerkelijk. Om de kilometer wil ik een uur stilzitten om het allemaal in me op te nemen. En dan ben ik zo dankbaar voor het tempo van de fiets. Het geeft ons het gevoel echt midden in deze natuur te zijn en bergop gaat zo langzaam dat er tijd genoeg is om alles te zien!
We vertrekken uit Villa o Higgins op een stralende dag. Na 52 kilometer bergen vinden we een prachtige gratis houten refugio compleet met open haard. We sprokkelen hout en maken een vuurtje. We hebben geluk en hebben de refugio voor onszelf. De volgende ochtend regent het dat het giet en we besluiten de regen af te wachten. De Carretera staat bekend om haar regen. We hebben al reizigers ontmoet die 5 dagen achter elkaar met regen hebben gefietst. En toch is het zonde. De wolken tussen de bergen ontnemen je het uitzicht. En daar is het nou net om te doen. Eén voor een druppelen er drijfnatte reizigers binnen. Zo ook Nico en Jasmin uit Duitsland. Om half vijf breekt de zon door en we besluiten met z’n vieren door te fietsen. Onderweg worden we aangehouden door een auto vol gaucho’s en krijgen we wat sterke drank aangeboden. Met een kus op mijn wang gaan we door tot we een plek onder een brug vinden om te slapen. De volgende ochtend starten we rustig op en fietsen de laatste 23 kilometers tot de ferry. Aan de overkant genieten we van een broodje en cola. Pim zet tot groot ongenoegen van “ma flodder” aan de andere kant van de bar een zelfgebreide bloemetjes muts op. Haar antwoord. ” Je hebt een vies hoofd en je stinkt” Nou kan ik die muts niet meer verkopen! Je kunt nou eenmaal overal maar 1 keer met Pim komen.
De weg vanaf de ferry verder is een ongelooflijk steile klim over los gravel. Met alle wil van de wereld krijg ik het (nog) niet omhoog gefietst. Duwen dus. Hoewel duwen stukken zwaarder is, is het anders zwaar dan fietsen. Dus met afwisselend fietsen en duwen bereiken we het hoogste punt. We vinden een geweldige campeerplek aan de rivier en terwijl de mannen de tent opzetten lopen Jasmin en ik het dorpje in. We treffen een man met eigen groentetuintje en kippen. Met wat verse eieren en ui maakt het van onze maaltijd een feest. En net als we aan het koken zijn komen Christina en Josep aangefietst. Christina is Zwisters en Josep Spaans. Hij studeerde in Zwitserland en heeft Christina veroverd. We hebben ze ontmoet in Casa de Cyclistas in El Chalten. Ze besluiten ook te blijven en zo hebben we met z’n zessen een schitterende avond met thee en koeken.
De volgende ochtend vertrekken we met z’n zessen. En na een tijdje verliezen we Nico en Jasmin. Het tempo van Christina en Josep is pittig hoog, een beetje “te” voor mij. Een prachtig Zwitsers stel wat samen elk weekend in de bergen te vinden is op de mountainbike of te voet. Ik zie Pim genieten en besluit het mee door te zetten. Ontzettend blij ben ik dan ook dat Josep bij de lunchpauze zijn vishengel pakt en Pim en hij gaan vissen. Het fenomeen lunchpauze is voor ons ook nieuw. We weten echt wel dat we niet het beste voor onszelf gezorgd hebben de afgelopen weken. De pampa’s leende zich niet voor ff zitten met een broodje. De wind en kou maakte dat je snel iets in je mond stopte en vooral verder ging om niet af te koelen. Ook zijn we nog steeds ons ritme aan het vinden. En per direct besluit ik de lunchpauze erin te houden. Het is zo goed om onszelf letterlijk te voeden. Voor ons lijf en ook voor mijn gemoed. Ik word nogal een trut als ik hongerig ben en dat is niet echt bevorderlijk kan ik je vertellen. Het reizen met Christina en Josep is een feestje. Er is een natuurlijke klik en naast avonturen delen we vanalles over ons leven. Vriendschap is hier zo snel gesloten, erg bijzonder. Na de lunch zetten we nog even door en met een bergpas van zes kilometer sluiten we de dag af met een vuur en camperen in het wild.
De volgende ochtend hebben we nog 35 kilometer te gaan tot Cochrane waar de koude biertjes op ons wachten. Huppatee, op tempo door. Mijn benen protesteren en ik heb het zwaar. Zes kilometer voor de eindstreep eet ik een pak koeken op en aangekomen in Cochrane fietsen we recht naar de supermarkt. We kopen chips, broodjes met salami en biertjes. Zo in het zonnetje besluiten we met z’n vieren een cabaña (houten hutje) te huren. Zo delen we de kosten en kunnen we genieten van wat luxe. Josep gaat het regelen en komt terug met een prachtige vondst. Helaas voor ons nog wel drie kilometer steil omhoog. Wat helemaal niets lijkt. Maar geloof me, met twee biertjes en twee dagen boven je macht fietsen is dat geen pretje. De blokhut maakt het meer dan waard. Heerlijke bedden, een badkamer met bad, een volledig uitgeruste keuken en heerlijke banken in de woonkamer compleet met open haard. De mannen gaan terug om boodschappen te doen en Christina en ik genieten van een douche. Ik doe gelijk de handwas en twee uur later komen de kerels thuis met wijn en spullen om zelf pizza’s te maken. De volgende dag staat in het teken van spullen weer op orde brengen en ‘s avonds maken we er weer een feest van met gebakken aardappelen (met mayonaise!) uit de oven en twee worsten per persoon!
Opgeladen, weldoorvoed vertrekken we de volgende ochtend om de Carretera te vervolgen richting Coyhaique, het volgende dorpje. Het begint met een klim van 25 kilometer. Het is ongelooflijk zwaar. De gravel maakt dat je banden onder je uit slippen en het wasbord profiel laat je vechten voor elke meter. Bij een slipper lukt het niet om weer op te stappen en dat betekent dus weer duwen. Al vrij snel nemen we met kussen en dikke knuffels afscheid van Christina en Josep. Ik wil hier graag mijn eigen tempo weer volgen. Wanneer we net het hoogste punt bereikt hebben komt er een auto aangescheurd. Josep springt er uit en trekt Pim de auto in. Mijn hart slaat over, het enige wat ik denk is Christina. Pim wordt weggereden. Josep springt op Pim zijn fiets en legt uit dat een stukje verderop een fietser flink is gevallen. Een duitse man, Christina zit bij hem. Hij heeft Pim gehaald omdat hij hoopte dat Pim iets kon betekenen. De man blijkt bij een afdaling flink gevallen te zijn en even buiten bewustzijn te zijn geweest. Hij is nu bij maar kan zich niets herinneren. Elke minuut vraagt hij waar hij is en waarom hij op de grond ligt. Waarop Christina geduldig steeds opnieuw vertelt wat er is gebeurd. Aangekomen daar vervult de aanblik mij met afschuw. Pim zit voorovergebogen over de man en onderzoekt zijn vitale functies. Zijn hoofd bebloed, een groot gat erin en zijn gebroken helm ligt naast hem. Pim zorgt dat hij in een stabiele positie ligt. Hij heeft het koud en uit zijn fietstassen haal ik zijn slaapzak. Een paar mensen maken van een deken een scherm tegen de zon. Terwijl Pim met hem bezig is houd ik de auto’s tegen. Niemand heeft bereik dus besluiten we de sateliet telefoon te pakken. Na twee uur komt de ambulance en de caribinieres aan. Voor ons direct helder dat we deze man niet alleen gaan laten. In secondes overleggen we dat Christina met de ambulance mee gaat vanwege haar duitste en spaanse taalkennis. Pim stapt de ambulance in en moet het infuus aanleggen omdat de broeders het daar niet kunnen. En terwijl zij terug gaan naar Cochrane blijven Josep en ik achter met 5 fietsten en de politie. De politie houd voor ons auto’s tegen voor een lift terug. En na een tijdje staan onze fietsen in een touringcar met Josep en zit ik met de caribinieres in de auto met alle bagage. We ontmoeten elkaar weer bij de ingang van het ziekenhuis in Cochrane. De man is stabiel en lijkt er met hechtingen en rust weer goed uit te komen. Met z’n vieren lunchen we in het park, ontzettend hongerig aangezien het al 19:00 is! Na de lunch gaan Christina en Pim nog op bezoek om te checken hoe het met hem is. Hij is bij en nu Pim ziet dat hij in goede handen is besluiten wij onze weg te vervolgen. Pim en ik zoeken een camping op en kopen een biertje. Morgen opnieuw dezelfde berg op. In de ambulance keek de man Pim en Christina aan en zei: “With a little help from friends”. “Ja”, zei Pim. ” Dat liedje heb ik eerder gehoord”.
De volgende ochtend beginnen we opnieuw aan de klim en het is mij niet in de koude kleren gaan zitten. Afdalen met meer beleid en de fietsers waarschuwend hetzelfde te doen. De tweede dag bergop doet zeer. Verdomd zeer. Na 50 kilometer vinden we een een groepje Chilenen aan de barbeque. Pim krijgt direct een meloen vol drank aangeboden en we mogen daar ons tentje bij opzetten. We krijgen vlees van de barbeque en wanneer het begint te regenen hebben we dit schitterende privé plekje voor onszelf. Zonder wekker slaap ik uren, meer uren dan “thuis”. En net als we rijkelijk laat alles bepakt hebben om te vertrekken horen we twee vissers gillen. We lopen er naartoe en de twee canadese motormuizen bieden ons hun vangst aan. Wat we deden? Simpel! Alle tassen er weer af en de lekkerste verse forel bakken die we ooit hebben gegeten. Om 14:00 stappen we op de fiets en worstel ik. Het gaat ook over verwachtingen. De slechste dingen op aarde zijn dat. Verwachtingen brengen nooit veel soeps. Na het overwinnen van de winden in de pampa’s had ik ” verwacht” dat het beter zou worden. De wind is beter en de nieuwe uitdaging is bergen, eindeloos bergen. Op gravel met regen in je nek. Alles doet zeer. Bij elke trap. De kilometers vorderen niet en mijn kantoorlijf schrikt zich rot. Pim heeft feest. Het leukste zijn de bergen volgens hem! Oprecht kan ik deze dag simpelweg niet genieten. Ik voel ook druk om te MOETEN presteren. TE langzaam, TE weinig kilometers op een dag in de volle wetenschap dat onze fietsen ook oprecht TE zwaar bepakt zijn. De stelregel is dat de vrouw wat lichter bepakt is als de man. Mannen zijn wat krachtiger. Nu is Pim ook dubbel zo zwaar bepakt dus dat hebben we goed gedaan. Ik fiets een gewicht van een gemiddelde kerelfiets hier (Mijn fiets met bagage is net zo zwaar als die van Jusep en zelfs zwaarder als die van Nico)En Pim fietst het gewicht van twee kerelfietsen. In mijn beleving is Pim dan ook een wonder. We besluiten om in Coyhaique toch te kiezen voor nog meer eenvoud en wat spullen terug naar huis te sturen. En geloof me, over elk item in onze tassen is diep en lang nagedacht. De keuzes zijn niet eenvoudig. Elk item om terug te sturen kost veel overleg en wikken en wegen. En toch gaan we van niets naar nog minder. ‘Live simply’. Nog 300 kilometer te gaan dus. Pim en ik bespreken mijn geworstel, soms vol liefde en natuurlijk ook soms wat minder liefdevol. Hoort er ook bij. Conclusie, wij hebben de tijd van de wereld. Het hoeft niet snel of veel. En ondanks alles merk ik dat mijn lichaam zich steeds beter aanpast. Bergen waar ik gegarandeerd moest duwen bedwing ik nu fietsend. En daar kan ik dan wel weer van genieten. De overweldigende natuur maakt alles goed. Ik voel me bevoorrecht om hier te mogen zijn, met Pim op de fiets.
Nog honderd kilometer tot Coyhaique. Het is woensdag 1 februari er staat 1800 kilometers op de teller. We zitten vast in Chile Chico. De ferry gaat vrijdag pas. Tijd voor een blog, rust, een biertje en hamburgers natuurlijk!
Leave a Reply