Ooohhh wat een dag…We worden wakker onder onze klamboe in het klaslokaal van het plaatselijke schooltje in Chiple, Peru. En niet van de wekker die om 6:00 staat, maar omdat we van ons matje glijden van het zweet. Onze laatste dagen in Peru pakken we nog een stukje jungle mee.. De jungle heeft voor mij altijd iets vriendelijks, de bergen gaan van bruin over in gifgroen, zwierige planten in oogverblindende kleuren, blote benen en vrolijke mensen. Om wakker te worden beginnen we een beetje te “ruimen”. Spullen weer op z’n plek in de tas. De natte lakenzakken over ons zelfgespannen waslijntje en langzaam begint het water te pruttelen op onze brander. Met een kopje koffie zit Pim gebogen over zijn binnenband. De avond ervoor heeft hij hem geplakt en nu ontdekken we nog een gaatje. Na onze brinta met noten beginnen de eerste leerlingen binnen te druppelen. Ze zijn minstens anderhalf uur te vroeg. Maar omdat het hele dorp inmiddels weet dat wij in het schooltje slapen willen ze allemaal een blik op deze “gringos” werpen. Met een groeiend publiek pakken wij onze fietsen in en kussen de directrice gedag. We zijn op pad!
In het dorp slaan we nog een paar liter water in en vervolgen heuvelachtige weg richting Jaen over prachtig asfalt, een verademing na al die zandwegen. Gesterkt door de brute bergettapes vliegen de kilometers ons om de oren. De eerste paar honden die ons aanvallen zijn met een zwaai van de stok (pvc pijp) van Pim snel terug in hun hok. Maar deze zagen we niet aankomen. Wanneer we het huisje gepasseerd zijn zie ik achter me dit valse beest aankomen rennen. Hij mikt op mijn been en met een draai van mijn stuur hangt hij in mijn tas. Met het kwijl uit zijn bek en tanden bloot staat hij te grommen. Ik word ontzettend pissig en ren op hem af. Pim kijkt en ja hoor, twee gaten in mijn tas. Maar goed dat het mijn been niet was! We kloppen aan bij de dame van het huisje. Natuurlijk hebben ze hier nog nooit gehoord van een WA verzekering en al snel was te zien dat zij ook niet over geld beschikte om de schade te vergoeden. We vertrokken met de vraag of zij alsjeblieft de hond aan een touw wilde vastleggen. En gefrustreerd omdat mijn tassen in het komende regenseizoen niet meer waterdicht zijn. De (straat)honden van Peru. Elke fietser wordt meermaals per dag aangevallen door deze schatten.
Aangekomen in Chamaya stijgt het kwik naar 40 graden en beginnen wij aan onze klim naar Jaen. 16 kilometer omhoog. Ondanks de zandvlooien die lelijke pus bulten veroorzaken waar je weken plezier van hebt, verruilen wij onze lange broeken voor korte. De eerste kilometer gaat prima, de tweede stijgt het kwik in mij en de derde stap ik hijgend af. Ik ben letterlijk overhit. Er staat geen zuchtje wind, de bare zon op mijn plastic helmpje en mijn hoofd voelt als de kop van een aangestoken lucifer. Toch maar de helm af dan…Na nog een liter water zetten we rustig door. Een kioskje met een koelkast. Koud water! Ik leg een fles in mijn nek terwijl ik de volgende aan mijn mond zet. Ons zweet vormt een plasje op de grond. Nog maar 8 kilometer klimmen. We zetten door om op een hele file aan auto’s te stuiten. Wat blijkt…even verderop staat een politiecontrole met overheidscontroleurs. Deze mensen wachten rustig tot ze weg zijn om hun weg te vervolgen. Op kilometer 15 van de klim smeren we onszelf nog een keertje in en drinken weer een liter water weg. Nog 1,2 kilometer te gaan. En zoals ook elke fietser maak ik druk rekensommetjes in mijn hoofd. “Met 5 kilometer per uur is 12 minuten per kilometer. Wellicht is het wat langer dan 1,2 kilometer. Dus laat ik voor de veiligheid 1,5 kilometer nemen. Dat betekent 18 minuten doorzetten. Ok. 0,5 kilometer gedaan. Dat betekent nog 12 minuten Ellen. Dit kan je” Om zo elke twee minuten een nieuw rekensommetje te maken. Peru heeft me veel hoofdrekenen gekost. Het is een schitterend land, waar wij vanwege de veiligheid de bergen doorkruist hebben in plaats van de kust. Dat wil zeggen, twee tot drie dagen omhoog fietsen om in drie uur af te dalen en weer aan twee tot drie dagen omhoog te beginnen. In deze 12 minuten die één van de laatste bergetappes in Peru vormen denk ik aan ons avontuur in dit land. De remmen van Pim die het begaven waardoor wij drie weken in Cajamarca in een Hostel op ons pakketje uit Nederland moesten wachten. Lang leve DHL, die een express service heeft van vier dagen maar volgens ons de 1 voor de 4 zijn vergeten te zetten. Al de bijzondere mensen die wij in dit land ontmoet hebben en al die bijzondere reizigers. Ik denk aan die eindeloze zandwegen steil omhoog door de meest prachtige natuurgebieden. De dorpjes waar ze nog nooit een toerist gezien hadden en ze in de rij stonden om met ons op de foto te gaan. Ik denk aan dat ene schijfje rode biet op een salade die ik niet kon weerstaan en mij drie nachten op de pot heeft gekost. Al de bijzondere Peruanen die ons elke keer opnieuw verraste met hun enorme gastvrijheid. De enorme momenten van worsteling en geluk die ik deel met Pim in dit land. De enorme vermoeiheid zowel fysiek als geestelijk en toch blijven doorzetten, net zoals nu. En net als ik mezelf bedenk hoe dankbaar ik ben dat ik met mijn liefde deze reis mag maken door dit betoverende land bereiken we de top. De wind suist door mijn haren, de grimas maakt plaats voor een glimlach, de teller raakt de 50 kilometer per uur tot ik rem. “Niet te hard, El..genieten van deze afdaling..elke verdiende minuut”.
Leave a Reply